NL FR EN
www.belgium.be

Taaltoezicht in de scholen

De taalinspectie is in het leven geroepen door artikel 18 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs. Die wet bepaalt de officiële taal van het onderwijs in België: dat is het Nederlands in het Nederlandstalige taalgebied; het Frans in het Franstalige taalgebied; het Duits in het Duitstalige taalgebied; het Frans en het Nederlands in het tweetalige arrondissement Brussels-Hoofdstad, en ook in de faciliteitengemeenten.

Volgens de communautarisering van het onderwijs in 1989 zijn de Vlaamse, de Franse en de Duitse gemeenschappen bevoegd geworden voor het gebruik van de talen. Maar volgens artikel 129 § 2 van de Grondwet is die bevoegdheid federaal gebleven voor het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest en ook voor de faciliteitengemeenten. Daarom is de taalinspectie nog altijd een federale materie gebleven.

De werking van de taalinspectie is bepaald door de Koninklijke Besluiten van 30 november 1966 en 14 maart 1997. Het eerst K.B. bepaalt de wettelijke modellen van het taalgetuigschrift en de taalverklaring, de administratieve basisdocumenten voor de werking van de taalinspectie. Het tweede K.B. bepaalt het aantal taalinspecteurs en hun opdracht.

Concreet controleren de taalinspecteurs de taallijsten van de lagere en secundaire scholen, van de hogescholen van het Brussels Hoofdstedelijk Geweest, en van de faciliteitengemeenten. Die lijsten vermelden de namen van de nieuwe ingeschreven leerlingen, hun wettelijke adres en ook de wettelijke basis van hun inschrijving: een inschrijvingsformulier, taalgetuigschrift of taalverklaring. De taalinspecteurs moeten ook die laatste twee documenten controleren. In geval van twijfel over hun waarachtigheid, gaan de taalinspecteurs naar de instelling om een controle te doen.

De taalinspectie wordt aangevuld door twee beroepsorganen: de Commissie en de Jury inzake taalinspectie. Beide bestaan uit magistraten en topambtenaren. De Commissie legt de geschillen tussen de taalinspecteurs bij; de Jury legt de geschillen bij tussen de taalinspecteurs en de gezinshoofden. De Jury is ook het beroepsorgaan voor de beslissingen van de Commissie. De POD Wetenschapsbeleid neemt ook het secretariaat van de Commissie en de Jury waar.

Contactpersonen

Franstalige taalinspecteur
Naïm Heraghi
Federaal Wetenschapsbeleid

Nederlandstalige taalinspectrice
Eline Vallaey
Federaal Wetenschapsbeleid



Administratief assistent
voor de taalinspecteurs, de Commissie en de Jury
Peter Van Damme
Federaal Wetenschapsbeleid