NL FR EN
www.belgium.be

CompuLsIve Computer use and Knowledge needs in Belgium: A multimethod approach (CLICK)

Onderzoeksproject DR/64 (Onderzoeksactie DR)

Personen :

  • Prof. dr.  KLEIN Annabelle - Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix (FUNDP)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/2/2012-31/7/2013
  • Prof. dr.  MINOTTE Pascal - Institut Wallon pour la Santé Mentale ASBL (IWSM)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/2/2012-31/7/2013
  • Prof. dr.  DE COCK Rozane - Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/2/2012-31/7/2013
  • Dr.  MEERKERK Gert-Jan - Inst. Onderzoek naar Leefwijzen & Verslaving - Rotterdam (IVO)
    Niet-betoelaagde buitenlandse partner
    Duur: 1/2/2012-31/7/2013

Beschrijving :

Sinds het midden van de jaren negentig zijn er verschillende neologismen en uitdrukkingen ontstaan om overmatig gebruik van computers en internet aan te duiden. Naar dit fenomeen wordt verwezen met termen als (cyber)afhankelijkheid, verslaving, overmatig gebruik, dwangmatig gebruik of obsessieve passie. Het onderzoeksteam heeft gekozen voor het concept compulsief internetgebruik (« Compulsive Internet Use » - CIU). De verliezen daarbij het complexe karakter van CIU niet uit het oog en behouden de mogelijkheid om het concept in de loop van het onderzoeksproces verder te verfijnen. Samenhangend hiermee, zal het onderzoeksteam ook aandacht hebben voor compulsief computergebruik (« Compulsive Computer Use » - CCU) (vb. videogames via PC en console) met als doel offline gebruik te integreren in het onderzoek.

Tot nu toe is in België geen grootschalig onderzoek gevoerd met als doel epidemiologische gegevens over CIU/CCU te verzamelen. Diepgaandere kennis krijgen over dit onderwerp met behulp van zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden, is cruciaal om een algemeen welzijnsbeleid te ontwikkelen dat zich bezighoudt met en aangepast is aan de preventie en genezing van CIU/CCU. Hiervoor stelt het onderzoeksteam een mixed method aanpak voor die gericht is op de integratie van kwantitatieve en kwalitatieve dataverzameling en -analyse voor het hele land.


Doelen:

Het onderzoeksopzet dat is opgesteld samen met verschillende partners voldoet aan de volgende vereisten:

1. Vertrekken vanuit eerder onderzoek in de buurlanden (e.g. Nederland) om te leren uit de gegevens en meetschalen om zo een grootschalig en diepgaand onderzoek te voeren in België, en om de schalen te valideren en te verfijnen in een andere setting en taal (Frans en Vlaams).

2. Nauw samenwerken met partners gespecialiseerd in geestelijke hulpverlening en genezing die te maken hebben met CIU/CCU-problemen in Vlaanderen en Wallonië.

3. Een coherent onderzoeksopzet verzekeren dat parallel loopt in het noorden en zuiden van het land.

4. Aanbevelingen doen voor een beleid inzake geestelijke gezondheid dat aandacht heeft voor het anticiperen op en zorg dragen voor de mogelijk toenemende problemen gerelateerd aan CIU/CCU in de nabije toekomst.


Methodologie:

De gekozen methodologische strategie voor dit project bestaat uit een mixed method aanpak die de kwantitatieve en kwalitatieve dataverzameling en -analyse integreert. De kwantitatieve dataverzameling en -analyse zal het onderzoeksteam toestaan om de prevalentie van zowel CIU als CCU in België te bepalen (inclusief de Vlaamse en Franstalige gemeenschappen) en om de socio-demografische eigenschappen van de groep getroffen door deze problemen te specifiëren.

De kwantitatieve aanpak is tweeledig:

1) Een schriftelijke enquête verspreid onder een representatieve steekproef van secundaire scholen verspreid over Vlaanderen en Wallonië. Scholen van de vier verschillende types onderwijs in België (ASO, TSO, KSO, BSO: algemeen, technisch, kunst- en bijzonder secundair onderwijs) zullen opgenomen worden steekproef. Jongeren van de eerste, tweede en derde graad (gemiddelde leeftijd van 12-17) zullen gerekruteerd worden voor de studie (N= ongeveer 600) om te zoeken naar ontwikkelingsveranderingen gerelateerd aan CIU en CCU. Een gestandaardiseerde geschreven survey zal ontwikkeld worden op basis van pre-testen en is daardoor op maat gemaakt en begrijpelijk voor de leeftijdscategorie van 12 tot 17.

2) Een online bevraging bij een representatieve steekproef (panel) van de Belgische bevolking van 18 jaar en ouder (N= ongeveer 1000). Bij de selectie van de steekproef zullen de variabelen regio, leeftijd, geslacht en opleiding gestratificeerd worden naargelang de exacte proportie in de algemene bevolking. Bij correctie voor het aandeel Belgen dat niet online is, kan een schatting gemaakt worden voor het aantal mensen dat leidt aan CIU/CCU. Een analyse van de data uit de enquête zal de onderzoekers toestaan om de eigenschappen te bepalen van de subgroep die hoog scoort op de CIU/CCU-schalen. Alle vragenlijsten zullen verspreid worden in het Vlaams en het Frans.

De kwalitatieve aanpak zal gebaseerd worden op de methode van de life histories/diepte-interviews waarin de onderzoekers de complexiteit en veelzijdigheid van CIU/CCU zullen onderzoeken (bijvoorbeeld een onderscheid maken tussen wat samenhangt met puur overmatige blootstelling aan en gebruik van computer/internet (wat een educatief antwoord vraagt) en wat samenhangt met een dieperliggend en problematischer gebruik van internet en computers (wat een genezende aanpak vereist). Deze kwalitatieve methode zal een beter inzicht geven in het lange en kronkelige pad dat mensen met CIU/CUU hebben doorlopen vooraleer hun computer/internetgebruik problematisch werd. Het zal de onderzoekers ook toelaten om sociale, psychologische en familiale omstandigheden te kaderen als ofwel risicovolle of beschermende factoren in dit compulsieve gebruik. De nauwe samenwerking van de onderzoekers met een netwerk van mensen uit de praktijk en hun therapeutische aanpak zal een onmisbaar inzicht geven in deze aspecten. De methode van de life histories zal ook nuttig zijn om de link en de wisselwerking tussen het offline en online leven van de respondenten te bepalen.


Verwachte resultaten:

Binnen de 18 maanden van het project zijn de doelen van de onderzoekers:

- Een synthese voor te stellen van de internationale wetenschappelijke literatuur over CIU/CCU.
- Een overzicht presenteren van het bestaande aanbod inzake preventie en genezing gerelateerd aan CIU/CC.
- Een overzicht voorzien van de aanpak die gebruikt worden in andere landen vergelijkbaar met België.
- Een schatting maken van het aantal mensen dat leidt aan CIU/CCU in België en hun socio-demografische eigenschappen.
- De kwantitatieve analyse aanvullen en uitdiepen met behulp van de diepgaande kwalitatieve data.
- Voorzien in aanbevelingen voor het beleid inzake geestelijke gezondheid en een gepaste aanpak om CIU/CCU te behandelen.


Leden Begeleidingscomité

MALLIET Steven - Universiteit Antwerpen
De SCHUTTER Bob - Hogeschool Leuven
BOONEN Huub - CAD Limburg (het centrum voor alcohol- en andere drugsverslavingen)
RASKIN Kathleen - Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen vzw (VAD)
DUNGELHOEFF Catherine - Centre Alpha
ZARBO Arnaud - Centre Nadja
MARTIN Thierry - Cabinet de Fadila LAANAN - Ministre de la Culture, de l’Audiovisuel, de la Santé et de l’Égalité des chances
BORRENBERGEN Karel - Organisation des Etablissements de Soins | Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen / Psychosociale Gezondheidszorg/ Soins de Santé Psychosociaux

Documentatie :