Op 18 juni 2003 werd een akkoord ondertekend tussen de UNESCO en het Europees Ruimtevaartagentschap (ESA). Dit akkoord moedigt het gebruik aan van beelden opgenomen door aardobservatiesatellieten voor de ‘monitoring’ van meer dan 730 werelderfgoedsites. Het gaat zowel om unieke cultuurhistorische sites als om bijzondere natuursites. Ook enkele Afrikaanse natuurparken, die ondermeer de natuurlijke biotoop voor de bedreigde berggorilla’s vormen, behoren daartoe.
Met de ondertekening van dit akkoord, tijdens het aeronautisch salon op de Bourget (Frankrijk) door de directeurs generaal van de UNESCO (Koïchiro MATSUURA) en van de ESA (Antonio RODOTÀ), is het partnerschap ‘Open Initiative’ officieel gelanceerd. Het wil de internationale ruimtevaartagentschappen ertoe brengen ontwikkelingslanden te helpen hun Werelderfgoed-sites te ‘monitoren’. In dit kader bereidt de UNESCO een samenwerkingsakkoord voor met het Amerikaans agentschap NASA (National Aeronautics and Space Administration) en werd belangstelling voor samenwerking getoond door de Argentijnse CONAE (Comisión Nacional de Actividades Espaciales), Indische , Japanse , Canadese en Braziliaanse ruimtevaartagentschappen.
De civiele satellieten voor aardobservatie kunnen vandaag details tot 60 cm onderscheiden. Ze worden opmerkelijk nuttige hulpmiddelen voor de monitoring van cultuurhistorische sites en voor het in kaart brengen van veranderingen in landgebruik en in de toestand van de vegetatie, in het bijzonder in ver afgelegen gebieden. Dit is zeker toepasselijk voor Centraal-Afrika, waar de ontbossing zowel voor menselijke nederzettingen als voor houtexploitatie een belangrijke bedreiging vormen voor de zowat 600 overblijvende berggorilla’s.
Het nationaal park van Virunga (Democratische Republiek Kongo) en het ondoordringbare bos van Bwindi (Oeganda) zijn reeds als ‘werelderfgoed’ geklasseerd terwijl het nationaal park van de vulkanen (Rwanda) en het gorilla-natuurpark van Mgahinga (Oeganda) op de kandidaatslijst staan.
Het project van het ‘Open Initiatie’ vergelijkt archiefsatellietbeelden, opgenomen vanaf 1992, om de veranderingen in de biotoop van de gorilla’s sindsdien te bestuderen, in de Werelderfgoed sites.
De Werelderfgoed Conventie zag het licht in 1972 en is vandaag door meer dan 150 landen ondertekend, ondermeer door België. Daardoor zijn inspanningen voor het behoud gegarandeerd voor 730 sites, wereldwijd verspreid, waaronder 563 sites van een unieke cultuurhistorische waarde en 144 sites van bijzonder natuurwaarde en ook 23 sites van gemengde aard.
In november 2002 werd een akkoord ondertekend tussen de Belgische Staat (vertegenwoordigd door het Federaal Wetenschapsbeleid) en het Werelderfgoedcentrum (de instelling verantwoordelijk voor alle maatregelen betreffende de uitvoering van de Werelderfgoed Conventie). In dit raamwerk wordt gedurende vijf jaar een jaarlijkse ondersteuning toegekend van 150.000 EURO aan dit Centrum.
De uitvoering van het samenwerkingsakkoord startte eind 2002 met de lancering van een project voor de kartering, monitoring en beheersplanning van 5 sites van bijzondere natuurlandschappelijke waarde in de Democratische Republiek Kongo. Deze sites (tropisch bos, gebergte, vulkanen en savannes) herbergen verscheidene bedreigde diersoorten zoals de berggorilla, de endemische okapi, en de witte neushoorn.
Er wordt een informatiesysteem opgebouwd waarin informatie uit satellietbeelden, bestaande kaarten, GPS gegevens, tellingen van dieren en allerlei veldgegevens gecombineerd worden. Dit moet de beslissingsnaam helpen ondersteunen van de lokale diensten voor natuurbehoud, leefmilieu en bosbeheer en van internationale organisaties of NGO’s die zich inzetten voor natuurbescherming.
In conflictperiodes zijn de parken bedreigd door menselijke activiteiten (rebellen, vluchtelingen) en in vredesperiodes zijn ze bedreigd door de exploitaties van hout, diamanten, colombo coltan...
Onderzoekers van de Université Catholique de Louvain-la-Neuve, van de Universiteit Gent en van het Koninklijk Museum van Midden-Afrika slaan hierbij de handen in elkaar.
Het project kadert in de geopolitieke belangstelling van ons land voor de regio en beantwoordt aan de zorg voor het behoud van de biodiversiteit, in een bredere context van de duurzame ontwikkeling van deze kwetsbare streek. Het project maakt ook deel uit van de bijdrage van ons land aan het ‘Congo Basin Forest Partnership’, gelanceerd tijdens de wereldconferentie voor duurzame ontwikkeling, die plaatsvond in augustus 2002 in Johannesburg.
Brigitte Decadt
Federale, interfederale en internationale coördinatie